Vogel


In het bovenaardse, daar waar zelfs de bergen klein lijken, zweeft hij. Ornithologen zouden hem een vale gier noemen, wij, simpele mensen zien in hem een openbaring van het goddelijke.
Hij, dat beest, draagt de hemel met zich mee op zijn vleugels. En als God de tijd overleeft, zal ook hij zich reïncarneren, en zal zijn evenbeeld over 100 jaar over deze zelfde bergen vliegen.
En we roepen aah.
en we roepen ooh.
Nietszeggend.
Klanken en ademstoten die de vogel onverschillig laten.
Wat zou het?
Hij gaat, verdwijnt.
Het paradijs blijft onbereikbaar.