Elfenheuvel

 

Ballintoy, Noord-Ierland. Belfast ligt ver achter me. Ik heb het goud gevonden. Niet in een pot aan het einde van de regenboog, in het laatste uur van de dag verandert de zee hier vanzelf in vloeibaar goud. Magie.
Ballintoy is als de elfenheuvel die je verleid langer te blijven dan je ooit voor mogelijk hield. Honderd jaar dansen verandert van een eeuwigheid in een levensbehoefte.
De koeien zien eruit als grazende zeemeerminnen, elegante wezens die dromerig over zee staren in de richting van Rathlin Island en de Mull of Kintyre, en ze drinken Black Bush in plaats van water. De schapen dragen zwarte laarzen. Afgezien daarvan lijkt het erop dat ze doen wat schapen gewoonlijk doen, zich volvreten  aan het malse Ierse gras. Maar niets is wat het lijkt op de magische heuvel. De helling wordt bevolkt door blatende secret agents onder commando van Old Sheepdog Finn. Hun opdracht: de vredige Causeway Coast te vrijwaren van invasies door Schotse reuzen.
En dan de mensen. Daar heb je het charmante oude dametje dat dronken werd tijdens een tea party. En even verderop de gepensioneerde onderwijzer, natuurlijk op de fiets. Op één dag reed hij met zijn fiets de hele afstand New York-San Francisco en ‘s avonds keerde hij gewoon terug in Ballintoy, nog net op tijd om een emmertje van het zoute goud te scheppen. In het paleis van de elfenkoning zijn tijd en plaats natuurlijk relatief.
Er is geen Peace Wall in Ballintoy, en de Schotse reuzen lijken minder gevaarlijk dan The Real IRA of de loyalistische bendes. In Ballintoy opent de zee poorten wanneer ze botst met het land, in Belfast worden de poorten tussen Shankhill en de Falls gesloten bij de eerste golf.